HET OORDEEL EN HET VERBOND
“Want dit is het verbond, waar- mede Ik Mij verbinden zal aan het huis Israëls na die dagen, spreekt de Here: Ik zal mijn wetten in hun verstand leggen, en Ik zal die in hun harten schrijven, en Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn… Want Ik zal genadig zijn over hun ongerechtigheden, en hun zonden zal Ik niet meer gedenken.” Hebreeën 8: 10, 12.
Christus als Rechter doet twee dingen met onze zonden.
* Ik zal genadig zijn over hun ongerechtigheden.
* Hun zonden zal Ik niet meer gedenken.
Anders gezegd:
* Hij zal onze zonden vergeven.
* Hij zal onze zonden uitdelgen. Het vergeven van zonden geschiedt met het oog op het oordeel. Alle zonden die vergeven zijn worden uitgedelgd. Maar zonden kunnen niet uitgedelgd worden vóór het oordeel waarin ons geval onderzocht wordt.
Paulus drukt het zo uit:
“Als wij maar bekleed, en niet naakt zullen bevonden worden.. Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam verricht heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.”
2 Korintiërs 5: 3, 10.
Bekleed bevonden worden bete- kent bekleed met de gerechtigheid van Christus, dat wil zeggen dat onze zonden vergeven zijn en de gerechtigheid van Christus ons toegerekend wordt. Als dat vastgesteld is, dan worden de zonden in het oordeel uitgedelgd en worden zij zo weggedaan dat zelfs God ze niet meer gedenkt. In het oordeel worden wij dus gerechtvaardigd door het geloof, maar wij worden geoordeeld naar de werken.
Was het zichtbaar in ons leven dat de gerechtigheid van Jezus ons toegerekend werd? Hoe was het, wat deden wij, hetzij goed, hetzij kwaad?
Dat is het andere deel van het ver- bond.
* Ik zal mijn wetten in hun verstand leggen
* Ik zal die in hun harten schrijven, en Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn… Hebreeën 8: 10.
Eerst wordt het verstand aangesproken. Wij gaan de wet zien voor wat ze is, “de wet der vrijheid”. Jacobus 2: 12. “De koninklijke wet”. Vers 8.
De wet van God is een grondwet waardoor wij beschermd worden. Ons leven, ons bezit, onze naam, ons verleden en onze toekomst, alles wat wij zijn en wat wij hebben wordt door de wet beschermd. In die zin is de wet een wet der vrijheid, een grondwet en net als elke grondwet die goed is, wordt men door de grondwet beschermd tegen alle personen, ja zelfs tegenover de staat.
Maar wij ontdekken al gauw dat de wet in ons verstand leggen niet voldoende is. De wet moet in het hart geschreven worden om de Here te dienen met het gehele hart, het gehele verstand en met alle krachten. De wet moet geschreven worden in heel ons denken, in al onze gevoelens en drijfveren. Gerechtigheid liefhebben en de zonde haten is het doel. Dat alles is een proces, dat voorwaarts gaat, maar dat is niet voldoende, het moet voltooid worden en dat gebeurt in het oordeel. In het oordeel wordt het eeuwig evangelie verkondigd. De Rechter neemt ons geval en past het ver- bond toe. De vergeven zonden worden uitgedelgd en de wetten die in het verstand gelegd werden, worden nu geschreven door de vinger van God, de Heilige Geest, op elk motief, op het gehele denken, op alle gevoelens en emoties. Dan kan het geval afgesloten worden in het oordeel. Dat wil zeggen het einde van het verlossingswerk in de gelovige.
Jesaja zegt het op deze manier: “verzegel de wet onder mijn leerlingen.” Jesaja 8: 16. Eigenlijk staat hier “verzegel de wet in mijn leerlingen.